Archief van
Categorie: Dieren

Kwartel

Kwartel

Kwartels zijn siervogels en zijn familie van de fazant. Er zijn grondkwartels, kuifkwartels en boomkwartels. Grondkwartels slapen op de grond, kuif- en boomkwartels in een boom of struik. Ze zijn wat schrikachtig van karakter. Kwartels worden ongeveer vijf jaar oud.

De blauwschubbenkwartel komt voor in woestijnachtige graslanden en droge gebieden in Amerika (Californië, Nevada, Nieuw-Mexico, Kansas, Texas en Colorado) en is gewend aan hoge temperaturen en droogte. Ze leven overdag op de grond tussen het gras en de struiken. Daar zoeken ze naar voedsel, het zijn wat dat betreft echte scharrelaars. Kwartels zijn zaad- en insecteneters, maar groene delen van planten worden ook regelmatig gegeten.

Kwartels maken hun nest op de grond. De hen legt 10 tot 14 eieren en broedt deze uit in ongeveer 23 dagen. Door haar schutkleuren zie je de broedende hen bijna niet zitten. De hen en de haan zorgen samen voor de kuikens.

Wist je dat …?

… het gezegde ‘zo doof als een kwartel’ niet klopt? Een kwartel kan heel goed horen. Het gezegde is ontstaan doordat kwartels bij gevaar pas heel laat vluchten. Mensen dachten dat het kwam door doofheid, maar het komt doordat de kwartel hoopt dat hij niet gezien wordt als hij heel stil blijft zitten.

… de haantjes een opvallend geluid maken waarmee ze hun gebied verdedigen en hennen over grote afstand lokken?

Zebravinken

Zebravinken

Zebravinken zijn kleine (zang)vogeltjes die behoren tot de familie van de prachtvinken. Het zijn leuke actieve vogeltjes die altijd bezig zijn. Ze worden 10 tot 13 cm lang. Het mannetje is te herkennen aan de oranje wangen, die het vrouwtje (de pop) niet heeft. Een zebravink wordt normaal gesproken 4 tot 5 jaar, maar sommigen worden ook wel 10 jaar oud.

De zebravink komt van oorsprong uit Australië en komt daar in grote aantallen in het wild voor. Zebravinken leven in het wild in grote groepen. Het zijn voornamelijk zaadeters en hebben een voorkeur voor graszaden. Ook groenvoer en fruit, zoals komkommer, sla en appel lusten ze graag.

Zebravinken broeden in het wild het liefste op een hoogte van 2 a 3 meter in (zij)takken, of in holle bomen. Zebravinken staan erom bekend dat ze verwoede nestenbouwers zijn. Soms bouwen ze zelfs het ene nest bovenop het andere. De eitjes zijn heel lichtgroen van kleur en na 13 tot 14 dagen worden de jongen geboren.

Wist je dat … ?

… hoe complexer het liedje van de zebravink is, hoe beter de vogel problemen lijkt te kunnen oplossen?

… vogels een zogenaamde maagkiezel nodig hebben? Deze steentjes vermalen het voedsel in de spiermaag; het zijn als het ware de ‘tanden’ van de vogel.

Noord-Hollands Blauwen

Noord-Hollands Blauwen

De Noord-Hollandse Blauwen zijn een zeldzaam huisdierras en danken hun naam aan het feit dat koekoek-kleurige hennen, die in weer en wind buiten lopen, van kleur veranderen in donker blauwgrijs. De officiële naam is overigens Noord-Hollands Hoen. Het gaat hier om zware, massief gebouwde dieren met een rustige aard. Het ras is slechts erkend in één kleurslag: de koekoek kleur. De kam is enkel en rechtopstaand, de kop en oren zijn rood en de poten wit. Ze hebben een enkele, rechtopstaande kam.

Het Noord-Hollandse hoen is niet alleen een hele mooie grote blauwe hoender, het is een uitstekend vleesras met goede legkwaliteiten. Met name vroeger waren de malse bouten van de kapoenen, gecastreerde hanen, zeer geliefd. Het zijn rustige goed benaderbare dieren en zijn zeer goed tam te maken, mits een goede socialisatie op jonge leeftijd.

De geschiedenis van de Noord-Hollandse Blauwe gaat terug naar de eerste helft van de twintigste eeuw. Toen was er grote vraag naar witvlezige slachtkuikens op de Amsterdamse pluimveemarkt, met name vanuit de grote Joodse gemeenschap in deze stad. In de jaren dertig van de 20e eeuw waren Noord-Hollands blauwen uit Assendelft zeer populair en vanwege het blanke vlees door poeliers erg gewaardeerd. Daarnaast bestond er een goede markt voor ’piepkuikens’, drie maanden oude kuikens, en daarvoor bleek het Noord-Hollands hoen ook uitermate geschikt. Door de import van buitenlandse productiedieren verdween het ras het na de Tweede Wereldoorlog en het laatste grote fokbedrijf van Noord-Hollandse blauwen werd in 1977 gesloten. Op verschillende plekken, zoals bij ons op de Stadsboerderij, worden de dieren daarom op kleine schaal gehouden en wordt ervoor gezorgd dat het zeldzame ras blijft bestaan.

Lachduiven

Lachduiven

Echt een dier om vrolijk van te worden, deze lachduiven. Er vliegen er vier rond in onze volière, en ze worden zo genoemd omdat ze echt kunnen lachen met de term ‘hihihihi’.

De lachduif komt niet voor in het wild. Hij is familie van de Turkse tortelduif en de zomertortel. De lachduif koert vrij hard. Je hoort dan: ‘Koekerroe! en daarna ‘Hihihi!’ dat lijkt op lachen. Een mannetje noemen we ‘doffer’ en een vrouwtje ‘duivin’. Lachduiven kunnen wel 30 jaar oud worden.

De lachduif eet voornamelijk granen en zaden. Daarnaast eet hij af en toe ook bladeren, vruchten en torretjes. En soms lust hij ook rupsjes, slakken en andere kleine diertjes. De voortplanting van de lachduif gaat via twee eieren per keer, die door de doffer en de duivin beurtelings bebroed worden. Na veertien dagen komen de eieren uit. De jongen worden in het begin door beide ouders gevoerd met kropmelk. Na ongeveer vijftien dagen verlaten de jongen het nest.

Wist je dat …?

… de koning van Cyprus duizenden jaren geleden duiven liet vliegen in zijn troonzaal, om zo een verkoelend windje te voelen?

… lachduiven 400 jaar geleden door zeelui werden meegebracht naar ons land? Heel lang dachten mensen hier dat duiven hen beschermde tegen ongeluk en ziekte.

Kanaries

Kanaries

Op de Stadsboerderij vliegen verschillende soorten kanaries door onze voliere buiten. De kanarie staat bekend om zijn mooie kleuren en de mooie zang van het mannetje. Het zijn sociale vogeltjes die zowel in huis als in een buitenvolière gehouden kunnen worden. Een kanarie is gemiddeld 13 cm lang en een tamme kanarie kan ongeveer 12 jaar oud worden.

De wilde kanarie komt van oorsprong voor op de Canarische Eilanden en Madeira. Rond 1500 hebben de Spanjaarden de wilde kanarie ingevoerd in Europa. Daar is de kanarie waarschijnlijk gekruist met andere vogels, waaronder de kleinere Europese kanarie. Daarna werd het een populair huisdier.

De kanarie leeft van kleine zaden, bladknoppen en sojascheuten, terwijl tijdens de opfok van de jongen ook graag kleine insecten worden gegeten. Hij heeft een kleine stevige snavel waarmee hij zaden kan pellen.

Een vrouwtjeskanarie legt ongeveer vier of vijf eieren met een prachtige lichtgroene kleur met donkere spikkels. De broedtijd is best kort met 13 tot 14 dagen. Ongeveer twee weken na de geboorte vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog enkele weken door het mannetje gevoerd, waarna ze zelfstandig verder leven.

Onze volière aan de achterzijde van de Stadsboerderij, waar je onder meer de kanaries kan vinden.

Wist je dat…?

… onderzoekers hebben ontdekt dat jonge kanaries die opgroeien zonder andere zingende kanaries melodietjes van mensen kunnen aanleren.

… het kanarievrouwtje ‘pop’ wordt genoemd, dit woord komt van het Latijnse ‘Pupa’ wat ‘jong meisje’ betekent.

… mijnwerkers vroeger kanaries mee de mijn in namen, omdat kanaries heel gevoelig zijn voor giftig gas dat daar vrij kon komen. Door een klein beetje gas gingen de kanaries dood; een teken voor de mijnwerkers om de mijn snel te verlaten

Geiten

Geiten

Op onze Stadsboerderij lopen een tweetal (Nederlandse land)geiten. Ze zijn meestal buiten te vinden, waar ze samen met twee schapen een mooie weide hebben om in te rennen, te grazen en te spelen. De Nederlandse landgeit is een zeldzaam huisdierras. Ze zien er mooi uit en ze zijn heel geschikt voor het begrazen van weides en natuurgebieden. Het ras is erg zachtmoedig en wordt ook veel als hobbydier gehouden, zoals bij ons op de Stadsboerderij.

Geiten en mensen kennen een lange geschiedenis samen. De kleine hoefdieren worden al eeuwen door de mens worden gehouden en er zijn wel 200 geitenrassen: vleesrassen, melkgeiten en geiten die voor hun vacht worden gehouden. Geiten komen oorspronkelijk uit Afrika, Iran en Turkije en stammen af van wilde berggeiten. Geiten houden van ruimte en kunnen uitstekend klimmen en klauteren. Het zijn kuddedieren die gezelschap nodig hebben van soortgenoten. Ze houden niet van kou en regen en dat is precies waarom ze op de Stadsboerderij dan graag naar binnen verhuizen.


Geiten zijn herkauwers en hebben 4 magen. De pens, netmaag en boekmaag zijn de voormagen. De lebmaag is de echte maag. Geiten houden ervan om al lopend op wat twijgjes, bladeren, takken, houtschors en hier en daar een hapje gras te knabbelen. En op de Stadsboerderij hebben we zelfs gemerkt dat de appels van onze buurman in trek zijn als het appelseizoen op zijn hoogtepunt is.

Wist je dat…?

… geiten ook wel ‘koe van de werkman’ worden genoemd? Dat is omdat ze zich met heel weinig voedsel kunnen redden. Dus werden zij vroeger vaak door arme mensen gehouden, in plaats van koeien.

… een schaap en een geit soms samen een jong krijgen? En je raadt het al, die jongen worden dus vaak ‘gaap’ of ‘scheit’ genoemd.

… het een aardig karwei kan zijn om onze twee geiten ’s avonds binnen te krijgen op de Stadsboerderij? Ze zijn slim en goed in ontsnappen, dus als je een keer wilt lachen moet je tussen 15.00 en 17.00 uur komen kijken, dan (proberen) wij ze in hun nachtverblijf te krijgen.

Cavia’s

Cavia’s

We hebben een leuke groep cavia’s op de Stadsboerderij, die ervan houden om lekker rond te lopen en af en toe geknuffeld te worden. Cavia’s zijn er in verschillende soorten, maten en met verschillende vachten. Een cavia kan 30 cm lang en ongeveer 1,5 kg zwaar worden en gemiddeld worden ze ongeveer zes jaar oud.

Waar komt de cavia vandaan?

De gewone huiscavia stamt af van de wilde cavia, die oorspronkelijk woont op open vlaktes in Zuid-Amerika. Hij leeft er in de groepjes die door een mannetje worden geleid. Wilde cavia’s zijn een groot deel van de dag bezig met het zoeken naar voedsel. Ze verschuilen zich tussen struiken en gras om te rusten. Wilde cavia’s eten normaal gesproken gras en verder bladeren, zaden, bloemen en bast. Omdat cavia’s net als de mens zelf geen vitamine C kunnen aanmaken, is hun dieet gevarieerd. Het is dan ook belangrijk om huiscavia’s veel verschillende soorten voer in de vorm van hooi, groenten en (soms) fruit aan te bieden. Dit is ook waarom er in caviavoer meer vitamine C zit dan in ander knaagdieren- of konijnenvoer. Natuurlijk moet er ook altijd toegang zijn tot vers drinkwater.

Voortplanting van de cavia

De voortplanting van cavia’s komt al heel snel op gang. Een cavia kan al met vier weken zwanger worden. Jonge cavia’s worden na ongeveer 9 tot 10 weken geboren. Een cavia krijgt meestal 2 tot 4 jongen per keer, maar soms zelfs wel acht! Die jongen zijn al helemaal ‘af’: ze hebben gelijk hun haar en kunnen al lopen.

Cavia’s als huisdieren

Cavia’s zijn ontzettend leuke huisdieren voor jong en oud. Het is belangrijk om ze een groot verblijf aan te bieden en ze altijd met soortgenootjes te huisvesten. Een kudde van een gecastreerd mannetje met een of meer vrouwtjes werkt vaak het beste, maar koppeltjes van twee vrouwtjes of twee mannetjes kan ook goed gaan. Cavia’s kunnen in het begin erg angstig zijn, zoals ook bij onze cavia’s op de Stadsboerderij nog te zien is. Zodra ze wennen aan hun omgeving en zich zelfverzekerd voelen, krijg je de kans om hun talrijke persoonlijkheden te ontdekken. Caviagedrag is ontzettend interessant om te observeren, door de vele geluidjes en gedragingen waarover cavia’s beschikken. Elke cavia heeft een eigen persoonlijkheid en specifieke voorkeuren; denk aan favoriete groente, favoriet plekje om te slapen met een favoriete manier van liggen en of ze houden van aaien of niet. Elke cavia is anders!
Bent u van plan cavia’s aan te schaffen, leest u zich dan eerst goed in! De zorg voor cavia’s is intensief en het is zeker niet verstandig om de zorg alleen aan kinderen over te laten. Het verblijf moet groot zijn, minstens 120 x 60 centimeter voor twee cavia’s, maar het liefst meer. Hoe meer ruimte, hoe gelukkiger uw cavia’s zullen zijn! Veel hokken die in dierenwinkels als caviahokken verkocht worden, voldoen hier helaas niet aan. Zoals eerder ook al vermeld is, een cavia heeft altijd een soortgenoot nodig.

Wist je dat…?

… cavia’s een deel van hun keutels meteen zelf opeten. Dat klinkt misschien vies, maar er zitten belangrijke stoffen in die cavia nodig heeft.


… cavia’s ook wel ‘Guinese biggetjes’ worden genoemd. Maar ze komen niet uit Guinee en het zijn zeker geen varkens. Wellicht heeft het te maken met de knorrende en piepende geluidjes die ze soms maken.

… de tanden van cavia’s, net als andere knaagdieren en konijnen, altijd doorgroeien en het daarom ontzettend belangrijk is dat ze altijd hooi tot hun beschikking hebben? Hooi en ander ruwvoer zorgt dat hun tanden gelijkmatig afslijten en daardoor een gezonde lengte behouden.


… de cavia al heel lang geleden gedomesticeerd is? De eerste cavia’s werden rond 5000 voor Christus al gedomesticeerd in de omgeving van het Andes gebergte in Zuid-Amerika. Daar werden ze voornamelijk gehouden als voedsel, maar later ook als gezelschapsdier.

Baardkuifhoen

Baardkuifhoen

Buiten in een mooie ren lopen een aantal baardkuifhoenders rond, mede omdat de Baardkuifhoen een zeldzaam huisdierras is. De Baardkuifhoen is erkend in zeven kleurslagen, waarvan zilverzwart-, goudzwart- en geelwit-gezoomden de meest opvallende zijn. Ook zijn er krulvederige dieren en krielbaardkuifhoenders. De Baardkuifhoenders hebben blauwe poten, opengesperde neusgaten en zijn los en rijk bevederd.
Leuk detail is dat de Nederlandse baardkuifhoenders jarenlang door het leven zijn gegaan als zogenaamde Padua’s. Deze naam kom je af en toe nog wel tegen, vooral in het buitenland. En dat is best begrijpelijk, want een baardkuifhoen is in het Engels of Spaans natuurlijk niet uit te spreken.

Sallander konijnen

Sallander konijnen

Het ras is vernoemd naar de streek van de fokker, namelijk Salland. Hier werden Thüringers met Chinchillakonijnen gekruist en vervolgens werd het ras in 1975 erkend. Het is een echt tentoonstellingsdier wat met name in Nederland een veelvuldig geziene gast is op een diershow. In het buitenland is de Sallander niet vaak te zien, hoewel ze in 1994 ook in Engeland erkend zijn.

Het Sallander konijn is een vriendelijk en levendig konijn en zeer geschikt als huisdier voor kind en volwassenen. Ze zijn actief en nieuwsgierig en, met een goede socialisatie, kunnen ze erg aanhankelijk zijn. Ze hebben veel weg en eenzelfde tekening als het Thüringer konijn, maar de Sallander is bleker van kleur wat de tekening bij de Sallander nog beter zichtbaar maakt.

De kleur van de Sallander is gebroken wit, waarbij elke haarpunt lichtjes bruinzwart is aangetipt. De oren, de borst, de snuit, de achterhand, de poten en de buik zijn donkerder gekleurd. De beharing is van normale lengte, dicht en vol, met veel onderwol en ligt zacht en glad tegen het lichaam aan. De kop is goed ontwikkeld en breed met stevig rechtopstaande oren van ongeveer 12 cm en donkerbruine ogen. Het is een wat gedrongen, mooi gevuld konijn en weegt tussen de 3 en 4 kilo.