Noord-Hollands Blauwen

Noord-Hollands Blauwen

De Noord-Hollandse Blauwen zijn een zeldzaam huisdierras en danken hun naam aan het feit dat koekoek-kleurige hennen, die in weer en wind buiten lopen, van kleur veranderen in donker blauwgrijs. De officiële naam is overigens Noord-Hollands Hoen. Het gaat hier om zware, massief gebouwde dieren met een rustige aard. Het ras is slechts erkend in één kleurslag: de koekoek kleur. De kam is enkel en rechtopstaand, de kop en oren zijn rood en de poten wit. Ze hebben een enkele, rechtopstaande kam.

Het Noord-Hollandse hoen is niet alleen een hele mooie grote blauwe hoender, het is een uitstekend vleesras met goede legkwaliteiten. Met name vroeger waren de malse bouten van de kapoenen, gecastreerde hanen, zeer geliefd. Het zijn rustige goed benaderbare dieren en zijn zeer goed tam te maken, mits een goede socialisatie op jonge leeftijd.

De geschiedenis van de Noord-Hollandse Blauwe gaat terug naar de eerste helft van de twintigste eeuw. Toen was er grote vraag naar witvlezige slachtkuikens op de Amsterdamse pluimveemarkt, met name vanuit de grote Joodse gemeenschap in deze stad. In de jaren dertig van de 20e eeuw waren Noord-Hollands blauwen uit Assendelft zeer populair en vanwege het blanke vlees door poeliers erg gewaardeerd. Daarnaast bestond er een goede markt voor ’piepkuikens’, drie maanden oude kuikens, en daarvoor bleek het Noord-Hollands hoen ook uitermate geschikt. Door de import van buitenlandse productiedieren verdween het ras het na de Tweede Wereldoorlog en het laatste grote fokbedrijf van Noord-Hollandse blauwen werd in 1977 gesloten. Op verschillende plekken, zoals bij ons op de Stadsboerderij, worden de dieren daarom op kleine schaal gehouden en wordt ervoor gezorgd dat het zeldzame ras blijft bestaan.

Reacties zijn gesloten.